Michel Baron - Cursus harmonie
Nederlandse vertaling © Stefaan Baert |
Het Sixtakkoord
Vanaf nu is het belangrijk de begrippen bas en grondnoot niet door elkaar te halen.Het sixtakkoord is de eerste omkering van de drieklank. Anders gezegd: de bas van het sixtakkoord is de terts van hetzelfde akkoord in grondligging.
Becijfering
De enige ligging die je absoluut moet vermijden als het kan, en dit geldt als algemene regel, is deze waarbij een octaaf ontstaat tussen de twee binnenstemmen wanneer bas en tenor op meer dan een terts afstand van elkaar staan (voorbeeld rechts).
Een toevoeging aan de becijfering: het streepje
Wanneer meerdere opeenvolgende tellen geharmoniseerd worden met dezelfde functie (m.a.w. hetzelfde akkoord, dezelfde noten) maar met positiewijzigingen of omkeringen is het de gewoonte maar één keer te becijferen en de becijfering van de overige tellen te vervangen door een streepje. Het voordeel hiervan is dat je in één oogopslag kan zien dat er slechts één harmonie is gedurende heel het streepje. Bijgevolg :
Tijdens de duur van het streepje worden de noten voorgesteld door de becijfering doorlopend gebruikt. Enkel hun ligging (plaatsing van de stemmen, de gekozen verdubbelingen kan naar wens gewijzigd worden. De eventuele wijziging van de omkering wordt bepaald door de eventuele beweging van de bas :
Wanneer de bas tijdens het streepje niet verandert, blijft de omkering ook onveranderd. Wanneer de bas tijdens het streepje stijgt of daalt per terts wijzigt ook de omkering van het akkoord.
Gebruik van het sixtakkoord
Het sixtakkoord heeft dezelfde harmonische betekenis als het akkoord in grondligging (een terts lager). Toch is het karakter ervan minder bevestigend.
Te vermijden verdubbeling van de bas
Je laat geen noot weg in het sixtakkoord, en gewoonlijk wordt ook de bas niet verdubbeld. Ze zou op die manier overdreven versterkt worden en het akkoord te zwaar maken (het is immers de terts van de volmaakte drieklank).
Deze verdubbeling kan soms toegelaten worden tijdens een verandering van positie of van functie, wanneer één van de twee noten reeds aanwezig is (het handboek zegt wel eens: wanneer de verdubbeling niet aangeslagen wordt).
Aanbevolen verdubbeling van de bas
De versterking van de bas door een verdubbeling is zeer welkom in de volgende gevallen :
Wanneer het een tonale noot betreft (meestal IV of V) en vooral in de verbinding II6 -V die vaak een cadens meebrengt. De beste plaats voor de verdubbeling is meestal de tenor.
Wanneer de verdubbeling tot stand komt door tegenbeweging en aaneengesloten beweging, in het belang van de melodische lijn.
- Tot slot, wanneer het gaat om het “valse sixtakkoord”, met name waanneer de dominant in de bas staat.
Bestudeer de sixtakkoorden in de volgende twee voorbeelden, en bepaal om welke van de voorgaande regels de bas werd verdubbeld.
De Napolitaanse sixt
In de kleine tertstoonaard kan bij het II6 akkoord naar V, de sixt (in werkelijkheid de tweede noot van de toonladder) met een halve chromatische toon verlaagd worden. Dit effect werd gebruikt door de Napelse school (tijdens de Renaissance in Italië) en in de tonale muziek van de daarop volgende periodes.
De voornaamste eigenschap is de (dramatisch klinkende) verminderde terts tussen de sixt en de leidtoon. (Noot: of ook een opeenvolging van twee halve tonen wanneer je er een kwintakkoord of een kwart-sixtakkoord tussen plaatst).
Bij de Napolitaanse sixt wordt de bas verdubbeld zoals bij elk II6 akkoord, want de sixt heeft een dalend karakter.
Noot: bij het gebruik van het dominant septiemakkoord, is er een geval waar het handig is de sixt te verdubbelen, op voorwaarde dat de bas ter plaatse blijft en zich richt naar een tritonus akkoord. Zie hierover de pagina over de modulaties, ondertitel Dwarsstand, en in het bijzonder «de Napolitaanse sixt».
Enkele tips bij een opgegeven bas
Bij de aanvang van de studies kan je veel kostbare tijd winnen door te denken aan het belangrijkste verschil tussen 5 en 6 akkoorden (nl.de noot die verschilt in beide akkoorden) en aan de betekenis van de becijfering. Meestal plaats je best de sixt in de sopraan. Wanneer je een andere keuze maakt, moet die voortvloeien uit een nauwgezet onderzoek. Anders kan je immers een vanzelfsprekende melodielijn over het hoofd zien.
De beste ligging in het II6 akkoord naar de V is de sixt in de sopraan te laten en de bas te verdubbelen in de tenor, dikwijls als gevolg van een stijgend interval.
Enkele tips bij een opgegeven sopraan
Hier moeten we de bas zoeken en hebben de keuze tussen de twee omkeringen van het akkoord dat we ons voorstellen onder de sopraan.
In het begin kan je volgende basisprincipes hanteren :
Wanneer de sopraan de terts is van het (fictieve) akkoord, zet je dit akkoord best in grondligging.
Wanneer de sopraan de kwint of de grondnoot is van het (fictieve) akkoord, is het handiger de eerste omkering te gebruiken.
Dikwijls gebruikt
Niet vergeten dat de bas van het sixtakkoord dikwijls op de VIIe graad wordt geplaatst (op de leidtoon). Toch is het karakter van dit akkoord minder bevestigend dan het overeenkomstige kwintakkoord op V.
Je komt ze ook tegen op III,IV en VI. Deze sixtakkoorden hebben in feite een zelfde functie als de kwintakkoorden op I, II en IV. Merk op dat in de kleine tertstoonaard de IIe graad (verminderde drieklank) zijn storend karakter verliest van zodra hij in sixtligging gebruikt wordt (II6).
Uitzonderlijk kan je een sixtakkoord tegenkomen waarvan de bas op de dominant staat :
In een gesloten opeenvolging van sixtakkoorden (parallel).
Als "vals sixtakkoord" waar de sixt eerder een appoggiatuur is van de kwint in het dominantakkoord (zie het voorbeeld in de paragraaf over de aanbevolen verdubbelingen in de bas.
Nieuwe aandachtspunten bij het gebruik van de omkeringen
Gesyncopeerde harmonie
In principe mag je een harmonie die begint op een zwakke tijd niet verlengen op een sterke tijd (vooral niet op een eerste tel van de maat). Zelfs niet wanneer het een zelfde akkoord betreft in verschillende omkeringen. Zo loop je het risico het gevoel van de sterke tel af te zwakken. Later kan dat eventueel wel als de muzikale lijnen een contrapuntische betekenis hebben.
Kwinten en octaven
Eén of meerdere positiewijzigingen of omkeringen binnen eenzelfde akkoord volstaan niet om de foute kwinten en octaven te verdoezelen tussen een harmonie en de volgende : er is een andere harmonie nodig (een derde verschillend akkoord dat de twee andere scheidt).
Voorbeeld 1 : er staan drie fouten. De kwinten of octaven aangeduid in de tweede maat zijn fout, want ze staan in twee opeenvolgende harmonieën. Voor het ogenblik moet je ze leren verbeteren of beter nog : leren beheersen. Zelfs al staan ze op de zwakke tel in maat twee, en zelfs wanneer later sommige van deze kwinten of octaven toegelaten kunnen worden (bij een ingewikkelder zetting).
Voorbeelden 2 en 3 : twee manieren (onder anderen ?) om fouten te verbeteren. De drie fouten worden verbeterd zonder de sopraan noch de bas te wijzigen, alsof het verboden zou zijn eraan te komen (de bas is gegeven of de sopraan). Er zijn nog andere mogelijkheden wanneer de sopraan gewijzigd mag worden, of nog de bas en de harmonie. Dikwijls volstaat het één enkele noot te verplaatsen (zelfs als je hiermee een verdubbeling wijzigt) om het probleem te verhelpen. Hier was de re van de tenor de grote boosdoener, en de sixtakkoorden geven ons een grotere keuze aan liggingen.
Bassen gegeven : Henri Challan, 380 basses et chants donnés, boek 1a. Reeks 31 tot 45. Enkel 44 et 45 zijn wat delikaat. Opgelet met nr. 33 voor de opeenvolging van parallelle sixten (maat 5 en 6), nr. 38 voor de opeenvolging 6-5 . Nr. 39 begint met een bekende Mozartiaanse progressie. Vooral nr. 41 omwille van de mooie melodische motieven die beantwoord kunnen worden van stem tot stem.
Canti dati : Henri Challan, 380 basses et chants donnés, boek 1a. Oefeningen 46 en volgenden. Bij voorkeur kan je eerst enkele oefeningen maken in majeur. Opgelet: nr. 48 vraagt een verminderde kwint op de 4e tel van maat 4. Persoonlijk ben ik allergisch aan nr. 51, hoewel die nuttig kan zijn om een progressie uit te werken. (maat 5 en 6).
Herneem de versie met kadertjes |
Herneem de versie zonder kadertjes |
Menu van de versie zonder kadertjes |
|
1 - Inleiding |
11 - Vertragingen |
2 - Algemene regels |
12 - Andere akkoordvreemde noten |
3 - Kwint |
13 - Pedaal |
4 - Sixt |
14 - Niet becijferde bas |
5 - Kwartsixt |
15 - Koraal en andere stijlen |
6 - Modulaties |
16 - Tabel met de becijfering |
7 - Dominant septiem |
17 - Bibliografie, biografie |
8 - Nevenseptiemen |
18 - Nuttige links, opzoekingen |
9 - None |
19 - Uittreksels uit een handboek (Koechlin) |
10 - Alteraties |
20 - De auteur![]() |
© Michel Baron - Gebruik voor commerciële doeleinden streng verboden.
Enkel toegelaten voor persoonlijk gebruik of pedagogisch doel.
Deze site wordt onderhouden op vrijwillige basis en zonder commerciëel oogmerk.